“Verduurzaming van (stedelijke) tuinen biedt tuincentra kansrijke opportuniteiten”

Nieuws

“Verduurzaming van (stedelijke) tuinen biedt tuincentra kansrijke opportuniteiten”

21/01/2025

Tradities zijn er om in ere te houden… dus spraken we eind november jl. opnieuw af met Dirk Ballekens, directeur van de Belgische Tuincentra Vereniging (BTV), om het afgelopen jaar in de Belgische tuincentramarkt te analyseren. “De bijzonder natte eerste jaarhelft heeft ervoor gezorgd dat 2024 zeker geen grand cru jaar is geworden. Integendeel, veel Belgische tuincentra hebben de afgelopen maanden te maken gehad met druk op hun rendementscijfers. Toch is er ook goed nieuws: opnieuw is bevestigd dat onze kernactiviteit – groen en planten – het zeer goed blijft doen. Bovendien is het een productgroep die consumenten bij voorkeur in een fysiek verkooppunt aanschaffen. Dit onderstreept dat tuincentra in de toekomst hierop moeten (her)focussen, iets wat we bij BTV trouwens al geruime tijd verkondingen”, vat hij 2024 samen in zijn typische, bevlogen stijl.

Slecht weer weegt op omzet
“Jammer genoeg beschikken we in België niet over exacte omzetcijfers van de tuincentramarkt,” opent Dirk Ballekens wanneer we hem vragen naar een analyse van het afgelopen jaar voor de Belgische tuincentra. “Ik baseer me dus voornamelijk op de input van een achttal grote spelers binnen onze sector. Op basis daarvan kunnen we stellen dat 2024 een matig jaar was voor de Belgische tuincentra. Ik haal er ook even de Omzetmonitor van Tuinbranche Nederland bij, waarin de omzetgegevens van het merendeel van de Nederlandse tuincentra worden opgenomen. Die toont aan dat de omzet daar in de eerste helft van 2024 met meer dan 5% is gedaald. Rekening houdend met de aanzienlijke inflatie kunnen we dus stellen dat het aantal verkochte stuks merkbaar is gedaald. Voor de tweede helft van 2024 biedt de Omzetmonitor nog geen globaal beeld, maar de eerste signalen zijn bemoedigend. Ik vermoed dat de Belgische situatie sterk overeenkomt met die in Nederland, al is het dus moeilijk om hier een exact cijfer op de omzetdaling te plakken. Ook de Belgische tuincentra hadden serieus te lijden onder het extreem natte voorjaar, dat consumenten ontmoedigde om in de tuin te werken of ervan te genieten. Gelukkig kenden we tijdens de verlengde weekends in mei telkens mooi weer, wat enigszins soelaas bracht. Vooral in de dagen rond Onze-Lieve-Heer-Hemelvaart werden onze tuincentra overrompeld door een massale toestroom van enthousiaste klanten, die verheugd waren dat ze eindelijk in hun tuin aan de slag konden. Helaas was die opleving van korte duur, want daarna werden we opnieuw overspoeld door slecht weer. Deze ongunstige weersomstandigheden waren nefast voor de rendementscijfers van de Belgische tuincentra, die in de eerste 6 à 7 maanden van 2024 duidelijk onder druk stonden.”

Zelfde segmenten blijven worstelen
Dirk Ballekens merkt dat in bepaalde productcategorieën het beeld van 2023 zich herhaalt.
“De verkoop van tuinmeubels, barbecues, kunstkerstbomen, luxepotterie & -decoratie en dergelijke in de Belgische tuinretail verliep opnieuw erg moeizaam. Ik zie hiervoor 3 grote redenen. In eerste instantie moeten deze categorieën nog steeds de ‘coronahausse’ uitzweten. Dergelijke referenties worden normaliter maar eens om de 5 of 10 jaar aangekocht, dus vrees ik dat de slabakkende afzet van deze artikelen nog een eind zal aanhouden. Daarnaast zorgde de hoge inflatie voor sterke prijsstijgingen die de verkoop verder afremmen. Tot slot is er in deze segmenten de felle concurrentie van onlinespelers en prijsbrekers à la TEDi, Trafic of Action. Vaak fungeert het tuincentrum als showroom, maar gebeurt de uiteindelijke aankoop in bovengenoemde kanalen tegen een lagere prijs. De vraag rijst dan ook of tuincentra nog zwaar moeten inzetten op deze categorieën.”

Groen kleurt groen
Wat het afgelopen jaar wel goed scoorde, was de corebusiness van tuincentra, namelijk planten & groen en aanverwante producten, en dat verwondert Dirk Ballekens niet.
“In de eerste plaats is de Belgische consument, ondanks de financieel uitdagende tijden, nog steeds erg enthousiast over deze productcategorie. Daarnaast neemt het aantal woningen en appartementen in ons land nog steeds toe, al worden ze compacter. We wonen met meer mensen op dezelfde ruimte, wat maakt dat er een groter budget aan kleinere tuinen kan worden gespendeerd en dat speelt in de kaart van planten en groen. Tot slot blijkt zowel uit onze BTV-studie over het tuiniergedrag van de Belg als uit cijfers van de Vlaamse sierteelt- en groenfederatie dat planten en groen slechts minimaal online worden aangekocht. Mensen willen deze artikelen voor de aankoop voelen, zien en ruiken en waar kan dat beter dan in onze tuincentra? Zij onderscheiden zich met een kwalitatief aanbod, deskundig advies en aantrekkelijke & inspirerende presentaties die perfect inspelen op de seizoenen! Ik kan tuincentrumuitbaters alleen maar adviseren om groen de komende jaren een nog centralere plaats in hun aanbod te geven. Dergelijke aanpak loont, zo blijkt ook uit de jurering van de recente Garden Centre Awards: de bekroonde tuin- en plantencentra zetten allemaal sterk in op groen en duurzaamheid.”

Geboden kansen grijpen
Dirk Ballekens benadrukt dat de trend naar verduurzaming van tuinen aanzienlijke opportuniteiten biedt voor tuincentra.
“Initiatieven zoals Tegelwippen, Maai Mei Niet en Zonder is Gezonder; stimuleren consumenten – met name de jongere generaties – om hun tuin op een meer natuurlijke manier in te richten. Steeds meer mensen willen hun tuin verduurzamen om een bijdrage te leveren aan de klimaatproblematiek. Consumenten staan zeker open voor deze beweging, mits ze niet worden geconfronteerd met dwang en/of regelneverij. Tuincentra worden gezien als toegankelijke en sympathieke locaties waar consumenten graag komen. Daarom zie ik een duidelijke rol weggelegd voor kwalitatieve tuincentra in het begeleiden en inspireren van consumenten tijdens dit verduurzamingsproces. Daarnaast creëert de opmars van de stedelijke vergroening, bedoeld om het hitte-eilandeffect in steden te verminderen, extra commerciële mogelijkheden voor (randstedelijke) tuincentra. Zeker de pure plantencentra in ons land beschikken over een erg klimaatrobuust toekomstmodel. Deze bedrijven focussen op hun kernactiviteiten en vermijden branchevreemde en concurrentiegevoelige producten. Ook op het gebied van energieverbruik en CO2-uitstoot staan zij er gunstig voor. Hun seizoensgebonden werkwijze sluit bovendien goed aan bij de behoeften van consumenten. Genker Plantencentrum bijvoorbeeld sluit in de winter zelfs 7 weken.”

Verduurzamen: een als-alsverhaal
Tot slot werpt Dirk Ballekens nog even zijn licht op de algemene en branchespecifieke uitdagingen, die tuincentra in de komende jaren te wachten staan.
“In de eerste plaats staan ook de tuincentra voor de uitdaging om te verduurzamen, onder andere via decarbonisering en defossilisatie. De Europese Unie streeft er met de ‘Green Deal’ naar om tegen 2050 klimaatneutraal te zijn. In dat kader zullen ook tuincentra hun steentje moeten bijdragen. Hoewel het helemaal niet zeker is – nu er vanuit allerlei hoeken weerstand luidt – dat de huidige stappenplannen en tijdslijnen strikt gevolgd zullen worden, staan er belangrijke veranderingen op stapel. Zo treedt in 2027 in principe de ‘ETS2-richtlijn’, de nieuwe Europese koolstoftaks, in werking. Dit houdt in dat er extra heffingen komen op fossiele brandstoffen voor verwarming en transport. Naar verwachting zullen deze heffingen in de daaropvolgende jaren geleidelijk worden verhoogd. Concreet betekent dit voor tuincentra dat de overstap naar warmtepompen, zonnepanelen en andere duurzame technologieën wellicht sneller realiteit zal worden dan verwacht. Met het dagelijks bestuur van BTV hebben we enkele Nederlandse tuincentra bezocht die deze transitie reeds realiseerden. Dat bezoek liet zien dat een dergelijke aanpak effectief kan zijn, hoewel er ook belangrijke bedenkingen zijn, o.a. over de werking van deze systemen tijdens de 20 koudste dagen van het jaar en de erg forse investeringen. Daarnaast is het helemaal geen zekerheid dat alle tuincentra de nodige vergunningen zullen krijgen om de nodige aanpassingen uit te voeren. Zoals je merkt, blijft het voorlopig een scenario met veel onzekerheden en is het ook voor BTV koffiedik kijken hoe en wanneer alles zal uitgerold worden. Toch is het raadzaam voor tuincentra-uitbaters om deze ontwikkelingen in het achterhoofd te houden en zich enigszins voor te bereiden op deze eventuele veranderingen. We zien nu al dat kleine, lokale tuincentra met een aftandse structuur en problemen rond vergunbaarheid de deuren sluiten. Dat zal de komende jaren niet anders zijn.”

Wat met vacatures en onlineconcurrentie?
Ook op korte termijn duiken er voor tuincentra nog enkele ‘hete hangijzers’ op.
“Net zoals nagenoeg alle sectoren klinkt ook in onze branche de vraag om (goed opgeleide) medewerkers erg luid. De zondagsopening vormt daarbij een struikelblok: hierdoor vinden sommige werkzoekenden, zeker in de huidige krappe arbeidsmarkt, andere sectoren aantrekkelijker.
Tevens moeten onze tuincentra opboksen tegen de groeiende concurrentie van e-commerce. In bijna alle relevante productcategorieën binnen het tuincentrum, met uitzondering van planten en groen, versterkten onlinespelers dit jaar hun marktaandeel. Om deze ontwikkelingen het hoofd te bieden, roept BTV de overheden in ons land opnieuw op om een vergunningsbeleid te hanteren dat bestaande exploitaties ondersteunt. Dit is essentieel om de geografische beschikbaarheid te waarborgen en tuincentra toegankelijk te houden voor iedereen.
Een andere bezorgdheid van diverse tuincentra-uitbaters is het voortbestaan van kleinere, gespecialiseerde plantenkwekerijen. Wanneer de eigenaar van dat bedrijf de pensioenleeftijd nadert, dient zich vaak weinig tot geen opvolging aan. Het zou spijtig zijn dat deze specialisten verdwijnen, want hun producten laten onze tuincentra net toe om zich te differentiëren”, besluit Dirk Ballekens.

Gerelateerd nieuws

Deze website gebruikt cookies om u een betere ervaring te bieden terwijl u deze site bezoekt.