Ga naar de inhoud

Belangrijke studie omtrent de kweekomgevingen van honden in België

In 2013 stapte Ani-Zoo naar de universiteit van Gent met de vraag: kan de wetenschap voor de leden van Ani-Zoo een handleiding maken voor het kweken van honden? Die vraag leidde tot het project PupWelfare, een wetenschappelijk onderzoek naar het welzijn, het gedrag en de gezondheidstoestand van in België verkochte pups. In samenwerking met Professoren J. Dewulf, C. Moons en T. de Keuster van de Faculteit Diergeneeskunde, alsook Prof. C. Diederich van de Universiteit van Namen en Prof. E. Thiry van de Universiteit van Luik onderzocht dierenarts Pierre-Alexandre Dendoncker de huidige situatie bij de verschillende types hondenkwekers/-handelaars in België met als doel het identificeren van mogelijke risicofactoren voor socialisatie, gedrag, welzijn en gezondheid. Hieronder leest u alvast zijn bevindingen.

De toenemende populariteit van de hond heeft geleid tot verschillende kweekpraktijken, wat een maatschappelijk debat over intensieve hondenkwekerij op gang heeft gebracht. De omgeving die door de hondenkweker gevormd wordt, vormt een belangrijk onderdeel van de gedragsontwikkeling van puppy’s en nadelige situaties bij de kweker kunnen leiden tot gedragsstoornissen in het latere leven van de hond. Er zijn grote verschillen tussen de verschillende types hondenkwekers en er wordt gesuggereerd dat de puppy’s afkomstig van intensieve kweekbedrijven inferieur zijn. Tot op heden is er echter geen systematisch onderzoek van de verschillende types kwekers uitgevoerd.

De omgeving bij de kweker kan tevens verschillende ziekteverwekkers herbergen die de gezondheid en het welzijn van de puppy’s schaden of een zoönotisch risico vormen. Bovendien lopen puppy’s en drachtige teven meer risico om een ziekte op te lopen. Geschikte strategieën om de bioveiligheid te handhaven, die tevens rekening houden met de omgevingsfactoren, zijn van groot belang om ziektes te beperken. Echter momenteel ontbreken richtlijnen om de socialisatie en het omgevingsgerelateerd leren van puppy’s te stimuleren zonder hun welzijn en gezondheid in gevaar te brengen.

Het is van cruciaal belang om de omstandigheden bij de verschillende types kwekers, die van invloed kunnen zijn op de gezondheid, hygiëne, socialisatie, omgevings-gerelateerd leren en welzijn, te onderscheiden. De beoordeling van het gedrag en de gezondheid van de puppy’s in relatie tot de omgeving zal potentiële verbeterpunten kunnen bieden. Ten slotte zal een evaluatie van het gedrag van de hond kort na aanschaf, zoals waargenomen door de eigenaar, helpen om de verschillen tussen de types fokker in kaart te brengen. Om alle factoren die de gedragsontwikkeling en de gezondheid van puppy’s beïnvloeden tijdens hun verblijf bij de kweker te kunnen beoordelen is bijgevolg een multidisciplinaire aanpak vereist.

Eerst werd een cross-sectionele studie uitgevoerd, die een aanzienlijke variabiliteit in de omgeving bij hondenkwekers aan het licht bracht. Kleinschalige kwekers, met name occasionele kwekers (minder dan 10 volwassen honden ter plaatse), voorzagen de meeste verrijking, zowel sociaal als niet-sociaal. Bijvoorbeeld door drachtige teven en puppy’s meer toegang naar buiten te bieden, of door bezoekers vrije toegang te verlenen. Omgevings gerelateerde stimuli werden minder gecontroleerd bij occasionele kwekers, wat het debat over kwantiteit versus kwaliteit van stimuli op jonge leeftijd doet oplaaien. Grootschalige kwekers verklaarden dat potentiële eigenaren minder intensief gescreend werden en de tijd om hen te adviseren was beperkt.

Vervolgens werd een crosssectionele studie uitgevoerd naar het gezondheidsmanagement en de bioveiligheidsmaatregelen in 102 Belgische hondenkwekerijen. Veterinaire profylactische protocollen (d.w.z. vaccinatie, endoparasitaire en ectoparasitaire behandelingen) werden ruim toegepast bij alle types kwekers. Daarnaast verklaarde 13,8% van alle bezochte kwekers antimicrobiële middelen toe te dienen aan elke teef postpartum en 10,3% meldde dat ze alle puppy’s, of tenminste allen van één ras, systematisch met antimicrobiële middelen behandelen. Grootschalige kwekers verklaarden vaker personeel in dienst te nemen en bleken meer vertrouwd te zijn met de principes van bioveiligheid. In vergelijking met kleinschalige kwekers verklaarden ze vaker desinfectie en hygiënische maatregelen toe te passen bij de volwassen honden en in de materniteit. Ze verklaarden ook vaker hygiënische maatregelen toe te passen in de materniteit en bij de puppy’s en hadden de neiging om vaker hygiënische maatregelen toe te passen bij de volwassen honden en om nieuw verworven honden in quarantaine te plaatsen in vergelijking met kleinschalige kwekers. Desalniettemin werd slechts een gematigde kennis en gebruik van desinfectie geconstateerd. Bij alle types kwekers werd de aanwezigheid van huisdieren geconstateerd, waarbij de regels van compartimentering werden overtreden.

Tevens werd een longitudinale studie uitgevoerd waarbij 107 pups van 23 nesten in hun hok werden waargenomen in rust en terwijl ze werden blootgesteld aan een sociale (onbekend persoon) en een niet-sociale (onbekend object) verstoring. Dit gebeurde één week voor aanschaf, op de gemiddelde leeftijd van 9,4 weken (standaarddeviatie ± 2,9). Puppy’s van commerciële kwekers vertoonden meer exploratieve activiteit vergeleken met puppy’s van alle andere types kwekers. Deze puppy’s besteedden verhoudingsgewijs ook meer tijd aan het onderzoeken van het nieuwe object in vergelijking met puppy’s van handelaren en hadden meer interacties met nestgenoten tijdens de niet-sociale verstoring. Er konden geen verschillen worden vastgesteld in de frequentie van sociaal conflicterende signalen in een van de contexten tussen de types kwekers.

Als laatste werd er een crosssectionele studie van juist aangeschafte puppy’s uitgevoerd in 20 dierenartsen praktijken. Puppy’s werden beoordeeld op gedrag, zowel door de dierenarts als door de eigenaar; en op gezondheid. Puppy’s van handelaren werden vaker ter consult aangeboden vanwege ziekte in vergelijking met puppy’s van occasionele kwekers. De leeftijd van de puppy was niet significant gerelateerd aan onderdelen van de gedragsbeoordeling door de dierenarts. Puppy’s afkomstig van commerciële kwekers werden als minder angstig beoordeeld dan puppy’s die door occasionele kwekers werden verkocht, en eigenaren van puppy’s afkomstig van occasionele kwekers scoorden hun puppy hoger op agressie en angst voor vreemden en op niet-sociale angst, dan eigenaren van puppy’s afkomstig van handelaren. Puppy’s van occasionele kwekers bleken meer passief te zijn in vergelijking met puppy’s van alle andere types kwekers.

De resultaten van dit multidisciplinaire onderzoek tonen aan dat er bij alle types kwekers aanzienlijk ruimte voor verbetering is op het gebied van hygiëne en gezondheidsmanagement. Hoewel profylactische behandelingen ruim worden toegepast, is een verbetering van de kennis van de huidige wetenschappelijke aanbevelingen aan te raden. Daarnaast is een verhoogd bewustzijn voor de controle van aversieve stimuli bij drachtige teven en puppy’s wenselijk, vooral bij kleinschalige kwekers.

Grootschalige kwekers zouden meer inspanningen kunnen leveren om een verrijkte omgeving en diverse positieve sociale interacties te bieden, zonder de bioveiligheid in gevaar te brengen. De resultaten geven ook aan dat het type kweker een effect heeft op gedragstendensen en dat puppy’s van commerciële kwekers meer proactief zijn. Meer onderzoek is nodig om te bepalen wat de invloed is van de gedragstendens van een puppy op het gedrag later in het leven.

Share